herstel
 

Herstel is zo veelzijdig dat een herstelverhaal schrijven altijd een keuze maken is. In dit verhaal heb ik gekozen om me te concentreren op het therapeutisch werk dat ik verricht heb en het daaraan verwante klinisch herstel: onderwerpen die ik te weinig aan bod zie komen in herstelliteratuur.

 

“Ik wil een zinvol leven leiden”  

Tussen 2003 en 2016 heb ik een tiental opnames gehad – samen 36 maanden - en ik werd drie keer gecolloqueerd. Mijn eerste opname in 2003 was voor depressie, en ik heb ook twee keer op ontwenning gezeten. In 2013 werd ik psychotisch en ik wil vooral praten over mijn herstel van psychose en hoe ik dat gedaan heb. Ik ga het vooral hebben over het schrijven, maar ik wil ook iets zeggen over mijn andere bezigheden. 

 

“Chronisch” psychotisch 

Zoals ik zei: in 2013 werd ik psychotisch. In juli 2015, na mijn derde collocatie, kreeg ik de diagnose chronisch psychotisch. Twee maanden later was ik verlost van mijn psychoses. De psychotische episode had twee jaar geduurd, en tegen alle verwachtingen in was ik er volledig uitgekomen, en dat met minimale medicatie. Het duurde nog maanden voordat alle kwalen verdwenen waren maar ik wist al in september 2015 dat wat ik meegemaakt had voorbij was. Ik was onzeker in het begin maar over de jaren is mijn overtuiging gegroeid dat ik de oplossingen had gevonden voor de raadsels die mij psychotisch hadden gemaakt. 

Tegelijkertijd werd ik in de maanden na mijn psychose geconfronteerd met mijn echte situatie. Zonder de psychose had ik geen leven meer. Ik heb niet genoeg ruimte om alles in detail uit te leggen maar in 2015 zag ik mijn situatie als een metafoor. Mijn psychose was als een oase in een grote woestijn. Als ik terug naar de bewoonde wereld wilde, moest ik te voet door de woestijn. Dat zou zeker twee of drie jaar in beslag nemen. De woestijn was de eenzaamheid en dan vooral ’s avonds. In de eerste jaren van mijn herstel had ik wel dingen te doen en gezelschap overdag, maar elke avond, 7 dagen op 7, was ik alleen thuis en had ik geen geld. 

Aan de positieve kant was ik niet meer verantwoordelijk voor het lot van de mensheid. Ik mocht gerust met mezelf bezig zijn. Ook positief was dat ik veel energie had. Dat kwam door mijn boosheid. Het wordt soms gezegd dat herstel begint met aanvaarding. Mijn herstel daarentegen vertrok vanuit een radicale weigering om te aanvaarden. De weigering om te aanvaarden dat ik een chronisch patiënt was geworden die beter zijn ambities voor het leven zou inperken. 

Vijf jaar later sta ik als ervaringsdeskundige in de geestelijk gezondheidszorg. Ik werk nu al drie jaar bijna voltijds en ik heb geen herval in psychose gekend. Ik heb een betaalde job bij een beschutwonen-project en ik ben ook vrijwilliger bij psychiatrisch centrum Dr. Guislain en bij Villa Voortman. Daarnaast ben ik vrijwillig academisch medewerker aan de Universiteit van Gent. Ik heb verschillende publicaties over hoe wij de geestelijk gezondheidszorg kunnen verbeteren. Ik krijg ook de kans om gastles te geven, groepsbespreking en zo verder. Qua geluk, welbevinden en geestelijk gezondheid gaat het nu beter met mij dan ooit. Mijn levenskwaliteit is nu veel beter dan voor mijn psychose. 

Ik geloof dat een mens moeilijk gelukkig kan zijn zonder zinvolle bezigheid. Alleszins klopt dat wel voor mij. Als opgenomen patiënt werd er zeer weinig van mij verwacht. Ik werd geconfronteerd met een enorme oceaan aan lege tijd. Ik zag de passiviteit van veel medepatiënten en kreeg schrik. 

“Ken jezelf”, zeggen ze. Wel, in mijn geval is verveling een serieus probleem, want in mijn depressieve toestand zag ik niets zitten. Het oplossen van de verveling was en is essentieel voor mijn herstel, onder andere omdat ik veel tijd alleen moet doorbrengen. 

 

Plezier 

Op een bepaald moment, eind 2015, vroeg ik mij af: wat zijn de bezigheden die mij meteen plezier brengen? Ik vroeg me niet af: wat kan een bezigheid opleveren, of wat moet ik doen, of wat kan ik doen, of hoe moet ik vooruit in het leven. Nee, welke activiteiten gaven mij een goed gevoel terwijl ik ermee bezig was? Ik kwam uit op drie dingen: filosoferen, drummen en schrijven. Door me te concentreren op die handelingen heb ik een groot stuk van mijn tijdsbestedingsprobleem opgelost. Filosoferen, drummen en schrijven hebben een grote impact gehad op hoe mijn leven en werk zijn ontwikkeld. Ze geven mijn leven zin. Die drie bezigheden kwamen samen met nog iets anders: mijn roeping om een hulpverlener te worden. 

 

Filocafé 

Ik ben begonnen met filosofie te lezen toen ik 17 was, zoals velen, maar ik ben nooit gestopt. In 2012, dus een jaar voor het begin van mijn psychose, begeleidde ik mijn eerste Filocafé in het ontmoetingshuis Villa Voortman. Filocafé is een filosofische gespreksgroep waar iedereen aan bod komt. Samen kiezen we een onderwerp en dan bespreken we dit: doorgaans in de vorm van een vraag. In 2015 besliste ik dus om het Filocafé terug op te nemen en ik vroeg aan P.C. Dr. Guislain waar ik opgenomen was, of ik Filocafés mocht doen op de afdeling samen met de medepatiënten. Het ziekenhuis was bereid om mij die kans te geven. Sindsdien heb ik er elke vrijdag een Filocafé gegeven. Ook in Villa Voortman mocht ik wekelijkse Filocafés begeleiden. Nu heb ik een totaal van 500 Filocafés begeleid. Filocafé blijft me boeien en de mensen blijven komen. 

Ik heb altijd willen leren drummen, maar een drumstel op mijn appartement is niet mogelijk. Er staat er wel één in Villa Voortman. In 2015 begon ik met drummen telkens ik naar het ontmoetingshuis ging. Dit hou ik tot de dag van vandaag nog steeds vol. Ik zal nooit een echt goede drummer zijn, maar ik blijf leren en speel regelmatig met anderen en af en toe treed ik op. Drummen helpt mij om mijn boosheid te verwerken. Drummen vraagt extreme concentratie, je kan aan niets anders denken. Drummen is mijn meditatie. 

De derde activiteit waaraan ik dacht, terug in 2015, was schrijven. Ik wil hier op in gaan, want schrijven heeft mijn herstel mogelijk gemaakt. Het is het belangrijkste van de drie activiteiten omdat het veel tijd in beslag neemt. Het klinkt triviaal, maar dat is het niet. Door te schrijven heb ik een antwoord op hoe ik al mijn lege tijd kan invullen en hoe ik de woestijn van de eenzaamheid kan trotseren. Schrijven is moeilijk en daarom blijft het me boeien. 

 

Poëzie 

Ik schreef poëzie al bijna tien jaar voordat ik psychotisch werd. Natuurlijk bleef ik schrijven voor, tijdens en na mijn episode: tot begin 2017 om precies te zijn. Sindsdien schrijf ik nonfictie proza, de laatste jaren samen met onderzoekers van de Universiteit van Gent. In een bepaalde zin was mijn psychose een schrijfoefening die uit controle raakte. Maar door dit terug onder controle te krijgen ben ik er wel in geslaagd om een dagboek van gedichten te schrijven dat begon een paar maanden voor het einde van mijn psychose en een jaar of langer van mijn herstelperiode. 

Die gedichten gaan vooral over het beschrijven van mijn psychotische ervaringen, maar ook over mijn herstel zelf. Over hoe ik de puzzel heb opgelost en hoe ik een nieuw realistisch, maar weliswaar somberder, perspectief op het leven vond. Door het schrijven van die gedichten kon ik luisteren naar mezelf en met mezelf verder in dialoog gaan. Het hielp om betekenis te geven aan die psychotische periode die ik had meegemaakt en ze te zien in verhouding met de rest van mijn leven. Mijn geest was bijvoorbeeld erg versnipperd; mijn gedachten sprongen van de hak op de tak en waren doorgedreven associatief. Hierdoor had ik vaak een gevoel van chaos. Het schrijven op zich bracht stabiliteit en orde. Een gedicht kon focussen op één fragment uit mijn denken. Zo werd het concreet en vastgezet. Het kon niet meer uitwaaieren. En zo kreeg ik uiteindelijk langzaamaan overzicht. 

In de lente van 2016, terwijl ik nog in opname was, ben ik twee maanden gestopt met gedichten te schrijven om mijn aandacht volledig te concentreren op een akelige taak. Ik heb toen een reeks korte teksten geschreven over de verschrikkelijke dingen die met mij zijn gebeurd als kind. Hierin leg ik vast wat ik mij herinner van wat er gebeurd is. Dit was mijn therapie, mijn keuze. Mijn therapeut raadde mij af om het te doen maar ik hield vol. Ik geloof dat je veel en grote dingen kan bereiken in de geestelijk gezondheid door eraan te werken. Ik geloof in therapeutisch werk. 

Waarom was deze oefening zo belangrijk voor mij? Waarom moest ik al die slechte herinneringen terug voor de geest halen en op papier zetten? Want het was helemaal geen leuke bezigheid en duurde meer dan twee maand. 

 

Misbruik 

Eerst een beetje achtergrond. Toen ik 36 was, rond 2002, besefte ik dat ik als kind misbruikt was geweest . Dit besef had een enorme impact op mij en hoe ik mezelf zag, maar er was een groot probleem. Rationeel wist ik dat het waar was, maar mijn gevoel zei dat het niet mogelijk kon zijn. Ik kon het misbruik niet rijmen met mijn gevoel voor normaliteit en mijn beeld op het verleden. Dit creëerde een enorme spanning in mij. Ik wisselde af tussen volop geloven en twijfelen. Ik ging op zoek naar bevestiging door andere mensen van het misbruik. In juli 2013 kwam het tot een traumatische confrontatie en iets in mijn geest brak. Zes dagen lang sprongen mijn gedachten om de drie a vijf seconden van het ene onderwerp naar het andere. Associatieve sprongen. Zoiets had ik nooit meegemaakt. Dit was het startschot van mijn full-blown psychose. De thema’s rond misbruik waren zeer aanwezig en het werk dat ik heb gedaan rond dit thema is één van de redenen waarom ik zo zeker ben dat ik nooit meer psychotisch zal worden. 

Nu terug naar mijn herstel. Ik schrijf al de oude herinneringen op omdat… Het is de aard van oude herinneringen dat ze fragmentarisch zijn. Ze bestaan los van elkaar in je geheugen. Door die fragmenten op te schrijven en naast elkaar te plaatsen besefte ik juist hoeveel ik me herinnerde. Allemaal samen gezien waren mijn herinneringen het overweldigende bewijs van wat er gebeurd was. Nu geloof ik zeker dat ik misbruikt ben geweest, zuiver uit mezelf, uit mijn eigen geheugen en heb ik geen behoefte meer aan bevestiging van buitenaf. In 2017 stopte ik met gedichten schrijven en begon ik aan een beschrijving van mijn psychose in proza. De episode lag nog vers in mijn geheugen. Ik heb het voordeel dat ik geen black-outs heb gehad. Ik herinnerde me alles. Intussen heeft de tekst de lengte van een boek gekregen. Op school en op de universiteit studeerde ik wetenschappen en sindsdien heb ik me behoorlijk verdiept in wetenschapsgeschiedenis en filosofie. Deze achtergrond kan je herkennen in de stijl van mijn beschrijving van mijn psychose die bedoeld is om volledig leesbaar maar toch wetenschappelijk te zijn. Alles wat erin staat, komt zuiver uit mijn eigen geheugen. 

Een beschrijving maken is iets heel anders dan gedichten schrijven. Bij poëzie zit je midden in een ervaring en je declameert die ervaring naar de wereld toe. In mijn beschrijving probeer ik de ervaringen te vatten in klare en duidelijke taal. Dat probeer ik ook te doen tijdens de Filocafés. Het op papier zetten van de beschrijving was een oefening in afstand nemen. En het is precies die afstand die zo therapeutisch werkte voor mij op dat moment. Door een beschrijving te schrijven legde ik de ervaringen en mijn visie erover vast. Je kan het zien als een definitief afscheid nemen. 

Ten slotte wil ik het hebben over mijn roeping om hulpverlener te zijn. Voor mij is een zinvol leven een geëngageerde leven. Lang heb ik dit engagement gezocht in links politiek activisme maar sinds twintig jaar leef ik in de overtuiging dat enkel door andere mensen te helpen ik een zinvol leven kan leiden. In 2017 volgde ik een opleiding tot ervaringsdeskundige in de geestelijke gezondheidzorg en sindsdien werk ik in de sector in verschillende settings. Alhoewel ik nog twijfel aan mijn capaciteiten als hulpverlener, de roeping blijft en ik hoop dat door te werken in de zorg en te schrijven ik een positieve impact kan hebben op de levens van anderen.